Dierenwelzijn.
We gaan respectvol en verantwoordelijk, maar niet dogmatisch om met dieren. We vermenselijken hen niet, vermijden polarisering en nemen evidence based-beslissingen. Voor Open Vld zijn alle dieren inherent gelijkwaardig, maar kunnen de gevoelswaarde of nutsfuncties die aan dieren worden toegekend, verschillen. Elke vorm van dierenmishandeling moet worden aangepakt. Daarom investeren we in strenge controles en handhaving, en bestrijden we illegale handel. Dierenwelzijn blijft een bevoegdheid los van Landbouw maar overleg en evenwichtige akkoorden afsluiten met de sector zijn nodig. Van Europa verwachten we dat het dierenwelzijn in alle lidstaten op een gelijkwaardig niveau garandeert
Het verantwoordelijk en respectvol omgaan met dieren is een natuurlijk gevolg van de menselijke waardigheid en integriteit.
De invulling van het begrip ‘dierenwelzijn’ kent een maatschappelijke evolutie. Zo namen we in Vlaanderen de ethische beslissingen om niet langer onverdoofde slachtmethoden toe te staan en beslisten we tot een uitdoving van de nertsenhouderij en het dwangvoederen.
We veroordelen mensen die vlees consumeren niet, maar erkennen wel de gevoeligheid van het consumeren van vlees. We stimuleren (mede uit ecologische motieven) de aanpassing van ons dieet naar minder, kwalitatievere en bij voorkeur lokale vleesconsumptie. Ook steunen we onderzoek naar kweekvlees, waarbij vlees technologisch kan worden ontwikkeld op basis van een stamcellencultuur.
Dierenwelzijn blijft een aparte bevoegdheid die niet onder de minister van Landbouw valt. Voor landbouwdieren streven we in beginsel een Europese level playing field na. We dringen er bij Europa op aan om in samenwerkingsovereenkomsten met niet-Europese landen garanties te vragen rond dierenwelzijn.
Tegelijk hebben we de ambitie om in Vlaanderen samen met de sector stappen vooruit te zetten. In die zoektocht én de realisatie ervan respecteren we vier voorwaarden: het gebeurt in overleg en na akkoord met de sector, we maken een economische impactmeting, we werken een flankerend beleid uit en respecteren haalbare overgangstermijnen. Die aanpak hanteren we ook in het Europees streven naar het uitdoven van kooihuisvestingsmethoden voor landbouwdieren.
Elke vorm van dierenmishandeling moet bestraft worden. De straffen werden strenger gemaakt. We investeren in een controle- en handhavingsbeleid en streven naar een gelijke mate van gestrengheid voor alle actoren op het terrein. Ook illegale handel en import van dieren moet bestreden worden. Daarnaast streven we naar een verbetering van de omstandigheden van transport van levende dieren en werken we toe naar een beleid dat lange transporten vermijdt.
We kijken nauwgezet toe op de naleving van de geldende verplichtingen voor het fokken van honden en katten, zowel bij particuliere als professionele fokkers, en zorgen voor een strenge controle op alle vormen van import van pups en volwassen honden uit het buitenland, ook wanneer die gebeuren door vzw’s.
We promoten het adopteren van honden vanuit binnenlandse asielen. Daartoe ontwikkelen we een beleid dat de werking van asielen ondersteunt en gestoeld wordt op een financieel leefbare basis op voorwaarde van een verdere professionalisering.
We werken aan een strategie rond het terugdringen van dierenproeven volgens het klassieke 3V-principe, dat gebaseerd is op het verminderen, vervangen en verfijnen van proeven op dieren, én voegen daar een vierde ‘V’ aan toe: die van verantwoordelijkheid, waarbij we de sector zelf aansporen om bottom up-initiatieven te ontwikkelen die op termijn hopelijk leiden tot een dierproefvrije wereld.